Referentiegids voor het configuratiebestand

Indeling van het configuratiebestand
De plaats van configuratiebestanden
Configuratieopties die gebruikt kunnen worden

Indeling van het configuratiebestand

In zijn basisvorm is het configuratiebestand van aptitude een lijst van opties met hun waarden. Elke regel van het bestand moet de vorm hebben van Optie Waarde;: de volgende regel in het configuratiebestand stelt bijvoorbeeld de optie Aptitude::Theme in op Dselect.

Aptitude::Theme "Dselect";

Een optie kan andere opties bevatten als ze tussen accolades staan en geplaatst worden tussen de optie en de erop volgende puntkomma, zoals dit:

Aptitude::UI {
  Package-Status-Format "";
  Package-Display-Format "";
};

Een optie die andere opties bevat, wordt soms een groep genoemd. In feite zijn de dubbele punten die in optienamen voorkomen eigenlijk een verkorte notatie om het behoren tot een groep aan te geven: de optie Aptitude::UI::Default-Grouping maakt deel uit van de groep Aptitude. Indien u wenste zou u die optie dus kunnen instellen op "" op de volgende manier:

Aptitude {
  UI {
    Default-Grouping "";
  };
};

Voor meer informatie over de indeling van het configuratiebestand, kunt u de man-pagina apt.conf(5) raadplegen.

De plaats van configuratiebestanden

aptitude leest in volgorde zijn configuratie uit de volgende bronnen:

  1. Aan de commandoregel meegegeven configuratiebestandsopties.

  2. Het configuratiebestand van de gebruiker, ~/.aptitude/config. Dit bestand wordt bijgewerkt als de gebruiker veranderingen aanbrengt in de instellingen van het menu Opties.

  3. Het systeemconfiguratiebestand, /etc/apt/apt.conf.

  4. De systeembestanden met configuratiefragmenten, /etc/apt/apt.conf.d/*.

  5. Het bestand dat gespecificeerd wordt door de omgevingsvariabele APT_CONFIG (als die ingesteld werd).

  6. De standaardwaarden, opgeslagen in /usr/share/aptitude/aptitude-defaults.

  7. In aptitude ingebouwde standaardwaarden.

Als een optie nagegaan wordt, worden deze bronnen in volgorde doorzocht en de eerste waarde die voor die optie gevonden wordt, wordt gebruikt. Bijvoorbeeld zal een in /etc/apt/apt.conf ingestelde optie voorrang hebben op de standaardwaarde van aptitude voor die optie, maar niet op de instellingen van de gebruiker uit ~/.aptitude/config.

Configuratieopties die gebruikt kunnen worden

De volgende configuratieopties worden door aptitude gebruikt. Merk op dat dit niet de enig mogelijke configuratieopties zijn. De opties die voor het onderliggende apt-systeem gebruikt kunnen worden, zijn hier niet opgenomen. Raadpleeg de man-pagina's apt(8) en apt.conf(5) voor informatie over de opties van apt.

Optie: APT::AutoRemove::RecommendsImportant
Standaard: true
Omschrijving: Als deze optie op true (waar) ingesteld staat, zal aptitude een pakket niet als ongebruikt aanzien (en het dus niet automatisch verwijderen) zolang er een geïnstalleerd pakket is dat het aanbeveelt, ook al is de waarde van APT::Install-Recommends false (niet waar). Zie voor meer informatie de paragraaf met de naam “Automatisch geïnstalleerde pakketten beheren”.
Optie: APT::AutoRemove::SuggestsImportant
Standaard: true
Omschrijving: Als deze optie op true ingesteld staat, zal aptitude een pakket niet als ongebruikt aanzien (en het dus niet automatisch verwijderen) zolang er een geïnstalleerd pakket is dat het suggereert. Zie voor meer informatie de paragraaf met de naam “Automatisch geïnstalleerde pakketten beheren”.
Optie: APT::Get::List-Cleanup
Standaard: true
Omschrijving: Dit is een synoniem voor APT::List-Cleanup. Indien een van beide opties op false ingesteld is, zal aptitude oude pakketlijsten niet verwijderen na het downloaden van een nieuwe reeks pakketlijsten.
Optie: APT::List-Cleanup
Standaard: true
Omschrijving: Dit is een synoniem voor APT::Get::List-Cleanup. Indien een van beide opties op false ingesteld is, zal aptitude oude pakketlijsten niet verwijderen na het downloaden van een nieuwe reeks pakketlijsten.
Optie: APT::Install-Recommends
Standaard: true
Omschrijving: Indien deze optie true is en Aptitude::Auto-Install ook true is en u een pakket markeert om geïnstalleerd te worden, zal aptitude ook de pakketten die het aanbeveelt, markeren voor installatie. Als deze optie true is, zal aptitude bovendien een pakket niet als ongebruikt aanzien (en het dus niet automatisch verwijderen) zolang er een geïnstalleerd pakket is dat het aanbeveelt. Zie voor meer informatie de paragraaf met de naam “Automatisch geïnstalleerde pakketten beheren” en de paragraaf met de naam “Onmiddellijke vereistenoplossing”.
Optie: Aptitude::Allow-Null-Upgrade
Standaard: false
Omschrijving: Indien u een installatieoperatie probeert te starten en er geen acties uitgevoerd moeten worden, zal aptitude normaal een waarschuwing geven en terugkeren naar de pakketlijst. Indien deze optie op true ingesteld staat, zal aptitude doorgaan naar het scherm met de voorafbeelding als er pakketten zijn die opgewaardeerd kunnen worden en geen wenk in verband met het commando ActiesMarkeer als opwaardeerbaar (U) weergeven.
Optie: Aptitude::Always-Use-Safe-Resolver
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie true is, zullen de commandoregelacties van aptitude steeds een veilige vereistenoplosser gebruiken alsof aan de commandoregel de optie --safe-resolver meegegeven werd.
Optie: Aptitude::Autoclean-After-Update
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie op true ingesteld is, zal aptitude verouderde bestanden opruimen (zie ActiesSchoon verouderde bestanden op) telkens u de pakketlijst bijwerkt. Deze optie is vergelijkbaar met Aptitude::Clean-After-Install.
Optie: Aptitude::Auto-Fix-Broken
Standaard: true
Omschrijving: Indien deze optie op false ingesteld is, zal aptitude om toestemming vragen vooraleer het probeert een defect pakket te repareren.
Optie: Aptitude::Auto-Install
Standaard: true
Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude automatisch proberen tegemoet te komen aan de vereisten van een pakket als u een pakket markeert om geïnstalleerd of opgewaardeerd te worden.
Optie: Aptitude::Auto-Install-Remove-Ok
Standaard: false
Omschrijving: Als deze optie op true ingesteld is, zal aptitude automatisch conflicterende pakketten verwijderen als u een pakket markeert om geïnstalleerd of opgewaardeerd te worden. Normaal worden deze conflicten met een vlag aangeduid en moet u ze zelf handmatig behandelen.
Optie: Aptitude::Auto-Upgrade
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude automatisch alle opwaardeerbare pakketten markeren om opgewaardeerd te worden als u het programma start, alsof u het commando ActiesMarkeer als opwaardeerbaar (U) gegeven had.
Optie: Aptitude::Clean-After-Install
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie op true ingesteld staat, zal aptitude na een succesvolle installatie van pakketten (of vergelijkbare operaties) alle bestanden in de cache-map opruimen (zie ActiesSchoon pakketcache op). Deze optie is vergelijkbaar met Aptitude::Autoclean-After-Update.
Optie: Aptitude::CmdLine::Always-Prompt
Standaard: false
Omschrijving: Indien dit ingesteld staat, zal aptitude in commandoregelmodus steeds om bevestiging vragen vooraleer met het installeren of verwijderen van pakketten te beginnen, ook al zou die vraag normaal overgeslagen worden. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -P.
Optie: Aptitude::CmdLine::Assume-Yes
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude zich in commandoregelmodus gedragen alsof de gebruiker op elke vraag met yes geantwoord had, waardoor de meeste vragen overgeslagen worden. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -y.
Optie: Aptitude::CmdLine::Disable-Columns
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie ingesteld werd, zal het resultaat van zoekopdrachten aan de commandoregel (uitgevoerd via aptitude search) niet ingedeeld worden in kolommen met een vaste breedte of afgekapt worden op de breedte van het scherm. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie --disable-columns.
Optie: Aptitude::CmdLine::Download-Only
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude in commandoregelmodus pakketbestanden downloaden, maar ze niet installeren. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -d.
Optie: Aptitude::CmdLine::Fix-Broken
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie op true ingesteld werd, zal aptitude in commandoregelmodus meer agressief te werk gaan bij het proberen oplossen van de vereisten van defecte pakketten. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -f.
Optie: Aptitude::CmdLine::Versions-Group-By
Standaard: Stel dit in op auto, none, package of source-package om te bepalen of en hoe de uitvoer van aptitude versions gegroepeerd wordt. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie --group-by (raadpleeg de documentatie daarvan voor meer toelichting bij wat de betekenis van deze waarden is).
Optie: Aptitude::CmdLine::Ignore-Trust-Violations
Standaard: false
Omschrijving: In de commandoregelmodus doet dit aptitude voorbijgaan aan het feit dat onbetrouwbare pakketten geïnstalleerd worden. Dit is een synoniem van APT::Get::AllowUnauthenticated.
Optie: Aptitude::CmdLine::Package-Display-Format
Standaard: %c%a%M %p# - %d#
Omschrijving: Dit is een indelingstekenreeks, zoals beschreven in de paragraaf met de naam “Aanpassen hoe pakketten weergegeven worden”. Ze wordt gebruikt om de resultaten weer te geven van een zoekopdracht aan de commandoregel. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -F.
Optie: Aptitude::CmdLine::Package-Display-Width
Standaard:
Omschrijving: Deze optie stelt de breedte in, uitgedrukt in aantal lettertekens, voor het weergeven van het resultaat van een zoekopdracht aan de commandoregel. Als die optie leeg is (d.w.z. "", hetgeen de standaard is), dan zal de indeling van de zoekresultaten aangepast worden aan de grootte van de huidige terminal of, als die niet vastgesteld kan worden, aan een scherm van 80 tekens breed.
Optie: Aptitude::CmdLine::Progress::Percent-On-Right
Standaard: false
Omschrijving: Deze optie regelt of de voortgangsindicatoren aan de commandoregel het percentage weergeven aan de linkerkant van het scherm, in de stijl van apt-get, of aan de rechterkant (wat standaard is). Deze optie heeft geen invloed op de voortgangsindicatoren bij het downloaden.
Optie: Aptitude::CmdLine::Progress::Retain-Completed
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze waarde ingesteld is op false, dan zullen de voortgangsindicatoren van de commandoregel verwijderd en overschreven worden van zodra de taak waarop zij betrekking hebben, beëindigd is. Indien deze waarde true is, dan zullen zij op de terminal blijven staan. Deze optie heeft geen invloed op de voortgangsindicatoren bij het downloaden.
Optie: Aptitude::CmdLine::Request-Strictness
Standaard: 10000
Omschrijving: Als aptitude in commandoregelmodus uitgevoerd wordt, zal het bij vereistenproblemen voor elke actie waarom u expliciet vraagt, deze waarde optellen bij de score die de probleemoplosser eraan geeft.
Optie: Aptitude::CmdLine::Resolver-Debug
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie op true ingesteld is, zal aptitude in commandoregelmodus bij het proberen oplossen van defecte vereisten, extreem veel informatie geven. Zoals de naam van deze optie suggereert, is ze in de eerste plaats bedoeld om te helpen bij het debuggen van de probleemoplosser.
Optie: Aptitude::CmdLine::Resolver-Dump
Standaard:
Omschrijving: Als het in commandoregelmodus nodig is om defecte vereisten op te lossen en de waarde van deze optie de naam is van een bestand waarin geschreven kan worden, dan zal de oplosser zijn toestand in dat bestand opschrijven voordat hij begint berekeningen te maken.
Optie: Aptitude::CmdLine::Resolver-Show-Steps
Standaard: false
Omschrijving: Als deze optie true is, dan zal een oplossing voor een vereiste weergegeven worden als een sequentie van oplossingen voor individuele vereisten. Bijvoorbeeld, wesnoth hangt af van wesnoth-data (= 1.2.4-1) -> installeren van wesnoth-data 1.2.4-1 (unstable). Om tussen de twee weergavemodi te wisselen, drukt u op o bij de vraag Deze oplossing aanvaarden?.
Optie: Aptitude::CmdLine::Show-Deps
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie op true ingesteld werd, zal aptitude in de commandoregelmodus een korte samenvatting tonen van de (eventuele) vereisten, gekoppeld aan de toestand van het pakket. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -D.
Optie: Aptitude::CmdLine::Show-Size-Changes
Standaard: false
Omschrijving: Als deze optie true is, zal aptitude in commandoregelmodus voor elk pakket het verwachte verschil inzake schijfgebruik weergeven. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -Z.
Optie: Aptitude::CmdLine::Show-Summary
Standaard: no-summary
Omschrijving: Deze optie stelt de standaardwaarde in van het commandoregelargument --show-summary. Raadpleeg de documentatie van --show-summary voor een lijst van de mogelijke waarden voor deze optie en hun betekenis.
Optie: Aptitude::CmdLine::Show-Versions
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie op true ingesteld is, zal aptitude in commandoregelmodus de versie weergeven van het pakket dat geïnstalleerd of verwijderd wordt. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -V.
Optie: Aptitude::CmdLine::Show-Why
Standaard: false
Omschrijving: Als deze optie op true ingesteld werd, zal aptitude in commandoregelmodus van elk automatisch geïnstalleerd pakket weergeven welk handmatig geïnstalleerd pakket ervan afhankelijk is en van elk automatisch verwijderd pakket welk handmatig geïnstalleerd pakket ermee conflicteert. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -W en toont dezelfde informatie als die welke u te zien krijgt via aptitude why of door bij een pakketlijst op i te drukken.
Optie: Aptitude::CmdLine::Version-Display-Format
Standaard: %c%a%M %p# %t %i
Omschrijving: Dit is de indelingstekenreeks zoals die in de paragraaf met de naam “Aanpassen hoe pakketten weergegeven worden” beschreven werd. Ze wordt gebruikt om de uitvoer van aptitude versions weer te geven. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -F.
Optie: Aptitude::CmdLine::Versions-Show-Package-Names
Standaard: Wordt ingesteld op always, auto of never om te regelen wanneer pakketnamen weergegeven worden in de uitvoer van aptitude versions. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie --show-package-names (raadpleeg de documentatie op die plaats voor een beschrijving van de betekenis van deze waarden).
Optie: Aptitude::Safe-Resolver::Show-Resolver-Actions
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie actief is en de veilige probleemoplosser geactiveerd werd via --safe-resolver of omdat de actie aan de commandoregel safe-upgrade is, zal er een samenvatting getoond worden van de acties die de oplosser onderneemt vooraleer de voorafbeelding van de installatie getoond wordt. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie --show-resolver-actions.
Optie: Aptitude::Screenshot::IncrementalLoadLimit
Standaard: 16384
Omschrijving: De minimale grootte in bytes vanaf wanneer aptitude schermafbeeldingen incrementeel zal beginnen weergeven. Onder dat minimum zullen schermafbeeldingen enkel zichtbaar worden nadat ze volledig gedownload werden.
Optie: Aptitude::Screenshot::Cache-Max
Standaard: 4194304
Omschrijving: De maximale hoeveelheid bytes aan schermafbeeldingsgegevens die aptitude in het geheugen zal opslaan voor schermafbeeldingen die momenteel niet weergegeven worden. Standaard is dit vier megabyte.
Optie: Aptitude::CmdLine::Simulate
Standaard: false
Omschrijving: Deze optie is verouderd; gebruik in de plaats daarvan Aptitude::Simulate. Doet aptitude in commandoregelmodus enkel tonen welke acties ondernomen zouden worden (in plaats van ze effectief uit te voeren). In de visuele interface doet dit aptitude opstarten in alleen-lezenmodus ongeacht of u root bent of niet. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -s.
Optie: Aptitude::CmdLine::Verbose
Standaard: 0
Omschrijving: Dit regelt hoeveel informatie de commandoregelmodus van aptitude geeft. Elke maal dat de commandoregeloptie -v aangetroffen wordt, wordt deze waarde met 1 verhoogd.
Optie: Aptitude::CmdLine::Visual-Preview
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie ingesteld staat op true, zal aptitude zijn visuele interface activeren om de voorafbeelding van een installatieoperatie te tonen en pakketten te downloaden.
Optie: Aptitude::Delete-Unused
Standaard: true
Omschrijving: Indien deze optie true is, zullen automatisch geïnstalleerde pakketten die niet langer nodig zijn, automatisch verwijderd worden. Zie voor meer informatie de paragraaf met de naam “Automatisch geïnstalleerde pakketten beheren”.
Optie: Aptitude::Delete-Unused-Pattern
Standaard:
Omschrijving: Een verouderde alias voor Aptitude::Keep-Unused-Pattern. Indien Aptitude::Keep-Unused-Pattern gedeactiveerd is of ingesteld op een lege tekenreeks, zal de waarde van deze configuratieoptie als een vervanging ervoor fungeren. Anders wordt Aptitude::Delete-Unused-Pattern genegeerd.
Optie: Aptitude::Display-Planned-Action
Standaard: true
Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude een voorafbeelding tonen vooraleer de door u gevraagde acties uit te voeren.
Optie: Aptitude::Forget-New-On-Install
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie de waarde true heeft, zal aptitude de lijst van nieuwe pakketten leegmaken telkens u pakketten installeert, opwaardeert of verwijdert, net alsof u het commando ActiesVergeet nieuwe pakketten (f) had gegeven.
Optie: Aptitude::Forget-New-On-Update
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie de waarde true heeft, zal aptitude de lijst van nieuwe pakketten leegmaken telkens wanneer de pakketlijst bijgewerkt wordt, net alsof u het commando ActiesVergeet nieuwe pakketten (f) had gegeven.
Optie: Aptitude::Get-Root-Command
Standaard: su:/bin/su
Omschrijving: Deze optie stelt in welk extern commando aptitude zal gebruiken om systeembeheerder (root user) te worden (zie de paragraaf met de naam “Systeembeheerder (root) worden”). Ze heeft de vorm protocol:commando. protocol moet ofwel su of sudo zijn. Ze bepaalt hoe aptitude een beroep doet op het programma als het systeembeheerdersrechten (root privileges) wil verkrijgen. Indien het protocol su is, dan wordt commando -c argumenten gebruikt om systeembeheerder te worden. Anders gebruikt aptitude commando argumenten. Het eerste woord in commando is de naam van het programma waarop een beroep gedaan moet worden. De overige woorden worden als argumenten voor dat programma behandeld.
Optie: Aptitude::Ignore-Old-Tmp
Standaard: false
Omschrijving: Oudere versies van aptitude maakten een map ~/.aptitude/.tmp aan die niet langer nodig is. Indien de map bestaat en Aptitude::Ignore-Old-Tmp true is, zal aptitude vragen of die map verwijderd moet worden. Deze optie wordt automatisch op true ingesteld na uw antwoord. Indien de map evenwel niet bestaat, wordt de optie op false ingesteld, waardoor u geïnformeerd zult worden als ze terug opduikt.
Optie: Aptitude::Ignore-Recommends-Important
Standaard: false
Omschrijving: In eerdere versies van aptitude zorgde de instelling Aptitude::Recommends-Important voor het automatisch installeren van aanbevolen pakketten op dezelfde manier waarop dit nu via APT::Install-Recommends gebeurt. Indien deze optie op false ingesteld wordt, zal aptitude bij het opstarten APT::Install-Recommends op false instellen en Aptitude::Ignore-Recommends-Important op true.
Optie: Aptitude::Keep-Recommends
Standaard: false
Omschrijving: Dit is een verouderde optie. Gebruik in de plaats daarvan APT::AutoRemove::RecommendsImportant. Deze optie instellen op true heeft hetzelfde effect als APT::AutoRemove::RecommendsImportant op true instellen.
Optie: Aptitude::Keep-Suggests
Standaard: false
Omschrijving: Dit is een verouderde optie. Gebruik in de plaats daarvan APT::AutoRemove::SuggestsImportant. Deze optie instellen op true heeft hetzelfde effect als APT::AutoRemove::SuggestsImportant op true instellen.
Optie: Aptitude::Keep-Unused-Pattern
Standaard:
Omschrijving: Indien Aptitude::Delete-Unused true is, zullen enkel niet-gebruikte pakketten die niet aan dit patroon beantwoorden (zie de paragraaf met de naam “Zoekpatronen”), verwijderd worden. Indien deze optie op een lege tekenreeks ingesteld wordt (de standaardinstelling), dan zullen alle niet-gebruikte pakketten verwijderd worden.
Optie: Aptitude::LockFile
Standaard: /var/lock/aptitude
Omschrijving: Een bestand dat met fcntl vergrendeld wordt om er zeker van te zijn dat hoogstens één proces van aptitude tegelijk de cache kan wijzigen. In normale omstandigheden zou u dit nooit moeten wijzigen. Maar voor het debuggen kan dat wel nuttig zijn. Noot: indien aptitude zijn beklag doet dat het geen vergrendeling kan bekomen, betekent dit niet dat het vergrendelingsbestand verwijderd moet worden. Vergrendelingen via fcntl worden door de kernel beheerd en worden vernietigd als het programma dat de vergrendeling gebruikt, beëindigd wordt. Als er geen vergrendeling bekomen kan worden, betekent dit dat een ander actief programma haar gebruikt!
Optie: Aptitude::Localize-Log
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie gebruikt wordt, zal aptitude meldingen en datumaanduidingen in het logbestand weergeven, rekening houdend met het taalgebied van de gebruiker. Anders worden die weergegeven volgens de "klassieke" taaldefinitie om te voorkomen dat verschillende talen (afhankelijk van de taaldefinities van de gebruikers die het programma uitvoeren) gebruikt zouden worden om in het logbestand te schrijven.
Optie: Aptitude::Log
Standaard: /var/log/aptitude
Omschrijving: Indien dit op een niet-lege tekenreeks ingesteld staat, zal aptitude een log bijhouden van de uitgevoerde installaties, verwijderingen en opwaarderingen van pakketten. Indien de waarde van Aptitude::Log begint met een sluisteken (nl. |), zal de rest van de waarde gebruikt worden als de naam van een commando waar de log doorgesluisd moet worden: bijvoorbeeld, |mail -s 'Aptitude install run' root zal ertoe leiden dat de log naar root gemaild wordt. Om de log naar verschillende bestanden of commando's te schrijven, kunt u deze optie instellen op een lijst van logdoelwitten.
Optie: Aptitude::Logging::File
Standaard:
Omschrijving: Indien dit op een niet-lege tekenreeks ingesteld staat, zal aptitude er logberichten in opschrijven. Dit instellen op - zorgt ervoor dat logberichten naar standaarduitvoer geschreven worden. Het verschil met de instelling Aptitude::Log is dat dat bestand gebruikt wordt om een log bij te houden van installaties en verwijderingen, terwijl dit bestand gebruikt wordt om er programmagebeurtenissen, fouten en debuginformatie (als debuggen actief is) in op te schrijven. Deze optie is het equivalent van het commandoregelargument --log-file. Zie ook Aptitude::Logging::Levels.
Optie: Aptitude::Logging::Levels
Standaard: (leeg)
Omschrijving: Deze optie is een groep waarvan de elementen regelen welke logberichten opgeschreven worden. Een element is ofwel niveau, wat het globale logniveau (het logniveau van de hoofdlogger) instelt op het opgegeven niveau, ofwel categorie:niveau, waarbij categorie de categorie berichten is waarvoor deze instructie geldt (zoals aptitude.resolver.hints.match) en niveau het laagste niveau waarvoor logberichten uit deze categorie weergegeven moeten worden. Geldige logniveaus zijn fatal, error, warn, info, debug en trace. De commandoregeloptie --log-level kan gebruikt worden om gelijk welk logniveau in te stellen of te wijzigen.
Optie: Aptitude::Parse-Description-Bullets
Standaard: true
Omschrijving: Indien deze optie actief is, zal aptitude proberen om lijsten met opsommingstekens automatisch te vinden in pakketbeschrijvingen. Dit zal in het algemeen een betere weergave van beschrijvingen tot gevolg hebben, maar het is niet volledig neerwaarts compatibel. Sommige beschrijvingen zullen met een minder attractieve indeling weergegeven worden wanneer deze optie true is dan wanneer ze false zou zijn.
Optie: Aptitude::Pkg-Display-Limit
Standaard:
Omschrijving: De standaardfilter die op een pakketlijst toegepast wordt. Zie de paragraaf met de naam “Zoekpatronen” voor details over de indeling ervan.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::Allow-Break-Holds
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie true is, zal de probleemoplosser het verbreken van een handhaving van een pakket of het installeren van verboden versies van een pakket in overweging nemen om een vereistenprobleem op te lossen. Indien ze op false ingesteld wordt, zullen deze acties standaard afgewezen worden, hoewel u ze steeds manueel kunt toestaan (zie de paragraaf met de naam “Vereisten interactief oplossen”).
Optie: Aptitude::ProblemResolver::BreakHoldScore
Standaard: -300
Omschrijving: Met hoeveel punten oplossingen die de toestand van een gehandhaafd pakket wijzigen of een verboden versie installeren, beloond of bestraft moeten worden. Merk op dat tenzij Aptitude::ProblemResolver::Allow-Break-Holds op true ingesteld werd, de oplosser nooit een handhaving zal verbreken of een verboden versie zal installeren, tenzij hij daarvoor de expliciete goedkeuring van de gebruiker heeft.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::Break-Hold-Level
Standaard: 50000
Omschrijving: De veiligheidskost die aangerekend wordt aan acties die een door de gebruiker ingestelde handhaving doorbreken (door een gehandhaafd pakket op te waarderen of door een verboden versie van een pakket te installeren). Zie de paragraaf met de naam “Veiligheidskosten” voor een beschrijving van veiligheidskosten.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::BrokenScore
Standaard: -100
Omschrijving: Met hoeveel punten potentiële oplossingen beloond of bestraft moeten worden op basis van het aantal vereisten dat ze defect maken. Voor elke vereiste die door een potentiële oplossing defect gemaakt wordt, wordt dit aantal punten opgeteld bij haar score. Doorgaans zou dit een negatieve waarde moeten zijn.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::CancelRemovalScore
Standaard: -300
Omschrijving: Welk gewicht de probleemoplosser moet toekennen aan het niet verwijderen of wissen van een pakket waarvan het verwijderen of wissen aangevraagd is.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::DefaultResolutionScore
Standaard: 400
Omschrijving: Met hoeveel punten potentiële oplossingen beloond of bestraft moeten worden op basis van het aantal standaard-oplossingen voor momenteel onvoldane vereisten dat zij installeren. De standaardoplossing is de oplossing die door apt-get install of door de onmiddellijke vereistenoplosser eruit gepikt zou worden. Deze score wordt enkel toegepast voor vereisten en aanbevelingen waarvan het doel momenteel niet geïnstalleerd is.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::Discard-Null-Solution
Standaard: true
Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude nooit voorstellen om alle door u voorgestelde acties te annuleren om een vereistenprobleem op te lossen.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::EssentialRemoveScore
Standaard: -100000
Omschrijving: Met hoeveel punten oplossingen beloond of bestraft moeten worden die een essentieel pakket verwijderen.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::Remove-Essential-Level
Standaard: 60000
Omschrijving: De veiligheidskost die aangerekend wordt aan acties die een essentieel pakket verwijderen. Zie de paragraaf met de naam “Veiligheidskosten” voor een beschrijving van veiligheidskosten.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::ExtraScore
Standaard: 0
Omschrijving: Deze hoeveelheid punten wordt opgeteld bij de score van elke pakketversie waarvan de prioriteit de waarde extra heeft.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::FullReplacementScore
Standaard: 500
Omschrijving: Het verwijderen van een pakket en het installeren van een ander pakket dat het volledig vervangt (d.w.z. ermee conflicteert, het vervangt of erin voorziet) krijgt deze score toegekend.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::FutureHorizon
Standaard: 50
Omschrijving: Hoeveel stappen de oplosser nog moet zetten na het vinden van de eerste oplossing. Hoewel aptitude probeert om eerst de beste oplossingen te genereren en daarna de minder goede, is het daar soms niet toe in staat. Deze instelling doet de oplosser nog een korte tijd verder zoeken naar een betere oplossing vooraleer hij zijn resultaten presenteert, in de plaats van onmiddellijk na het vinden van de eerste oplossing te stoppen.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::Hints
Standaard: (leeg)
Omschrijving: Deze optie is een groep waarvan de elementen gebruikt worden om de probleemoplosser te configureren. Elk item uit de groep is een tekenreeks die een actie beschrijft die op een of meer pakketten uitgevoerd moet worden. De syntaxis van elke aanwijzing en het effect ervan, kan men vinden in de paragraaf met de naam “Hints voor de oplosser configureren”.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::ImportantScore
Standaard: 4
Omschrijving: Dit aantal punten wordt opgeteld bij de score van elke pakketversie waarvan de prioriteit de waarde important heeft.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::Infinity
Standaard: 1000000
Omschrijving: Een maximale score, ook oneindig genoemd, die een mogelijke oplossing kan hebben. Indien een geheel van acties een slechtere score haalt dan -oneindig, wordt ze onmiddellijk aan de kant geschoven.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::InstallScore
Standaard: -20
Omschrijving: Welk gewicht de probleemoplosser moet toekennen aan het installeren van een pakket waarvan de installatie nog niet gepland was.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::Keep-All-Level
Standaard: 10000
Omschrijving: De veiligheidskost die aangerekend wordt aan de enige oplossing die alle door de gebruiker geselecteerde acties annuleert. Zie de paragraaf met de naam “Veiligheidskosten” voor een beschrijving van veiligheidskosten.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::KeepScore
Standaard: 0
Omschrijving: Welk gewicht de probleemoplosser moet toekennen aan het behouden van een pakket in zijn huidige toestand, als dat pakket niet reeds in zijn huidige toestand behouden zou worden.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::NonDefaultScore
Standaard: -40
Omschrijving: Welk gewicht de probleemoplosser moet toekennen aan het installeren van een andere dan de standaardversie van een pakket (een die niet de huidige versie en niet de kandidaatversie is).
Optie: Aptitude::ProblemResolver::Non-Default-Level
Standaard: 50000
Omschrijving: De veiligheidskost die aangerekend wordt aan acties die een andere dan de standaardversie van een pakket installeren. Als bijvoorbeeld versie 5 van een pakket geïnstalleerd is, versies 6, 7 en 8 beschikbaar zijn en versie 7 de standaardversie is, dan zullen versies 6 en 8 een veiligheidskost aangerekend krijgen die minstens zo hoog is. Zie de paragraaf met de naam “Veiligheidskosten” voor een beschrijving van veiligheidskosten.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::OptionalScore
Standaard: 1
Omschrijving: Dit aantal punten wordt opgeteld bij de score van elke pakketversie waarvan de prioriteit de waarde optional heeft.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::PreserveAutoScore
Standaard: 0
Omschrijving: Welk gewicht de probleemoplosser moet geven aan het behouden van automatische installaties en verwijderingen.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::PreserveManualScore
Standaard: 20
Omschrijving: Welk gewicht de probleemoplosser moet geven aan het behouden van door de gebruiker expliciet gemaakte selecties.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::RemoveObsoleteScore
Standaard: 310
Omschrijving: Welk gewicht de probleemoplosser moet toekennen aan het verwijderen van een verouderd pakket (als het nog niet gemarkeerd is om verwijderd te worden). Dit moet minstens RemoveScore tegengaan, aangezien dat nog altijd toegepast zal worden.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::RemoveScore
Standaard: -300
Omschrijving: Welk gewicht de probleemoplosser moet toekennen aan het verwijderen van een pakket (als het nog niet gemarkeerd is om verwijderd te worden).
Optie: Aptitude::ProblemResolver::Remove-Level
Standaard: 10000
Omschrijving: De veiligheidskost die aangerekend wordt aan acties die een pakket verwijderen. Zie de paragraaf met de naam “Veiligheidskosten” voor een beschrijving van veiligheidskosten.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::RequiredScore
Standaard: 8
Omschrijving: Dit aantal punten wordt opgeteld bij de score van elke pakketversie waarvan de prioriteit de waarde required heeft.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::ResolutionScore
Standaard: 50
Omschrijving: Naast alle andere factoren die de score beïnvloeden, krijgen voorgestelde oplossingen die effectief alle niet-voldane vereisten oplossen, dit aantal extra punten toegekend.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::Safe-Level
Standaard: 10000
Omschrijving: De veiligheidskost die aangerekend wordt aan acties die de standaardversie van een pakket installeren, een pakket naar zijn standaardversie opwaarderen of het installeren of opwaarderen van een pakket annuleren. Oplossingen waaraan een dergelijke kost aangerekend wordt, kunnen gegenereerd worden door aptitude safe-upgrade. Zie de paragraaf met de naam “Veiligheidskosten” voor een beschrijving van veiligheidskosten.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::SolutionCost
Standaard: safety,priority
Omschrijving: Beschrijft hoe de kost van een oplossing vastgesteld moet worden. Zie de paragraaf met de naam “Kosten van de interactieve vereistenoplosser” voor een beschrijving van wat oplossingskosten zijn, wat zij doen en welke syntaxis gebruikt wordt om ze te specificeren. Indien de kost niet ontleed kan worden, wordt een foutmelding weergegeven en wordt in de plaats daarvan de standaardkost gebruikt.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::StandardScore
Standaard: 2
Omschrijving: Dit aantal punten wordt opgeteld bij de score van elke pakketversie waarvan de prioriteit de waarde standard heeft.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::StepLimit
Standaard: 5000
Omschrijving: Het maximum aantal stappen dat de probleemoplosser mag zetten bij elke poging om een oplossing te vinden voor een vereistenprobleem. Door dit getal te verlagen zal men aptitude sneller doen opgeven. Het getal verhogen zal de zoektocht naar een oplossing toelaten om meer tijd en geheugen te gebruiken alvorens afgebroken wordt. Door StepLimit op 0 in te stellen, zal men de probleemoplosser volledig uitschakelen. De standaardwaarde is groot genoeg om gewone situaties te kunnen opvangen en aptitude te beschermen tegen het opblazen van zichzelf als het een al te complex probleem tegenkomt. (Noot: dit is enkel van toepassing op het zoeken naar oplossingen aan de commandoregel. Met de visuele interface zal de oplosser blijven voortwerken totdat een oplossing bereikt werd)
Optie: Aptitude::ProblemResolver::StepScore
Standaard: -10
Omschrijving: Met hoeveel punten potentiële oplossingen beloond of bestraft worden op basis van hun lengte. Voor elke actie die ondernomen wordt om tot die oplossing te komen, wordt deze hoeveelheid punten bij zijn score opgeteld. Hoe groter deze waarde is, des te meer de oplosser geneigd zal zijn om bij zijn eerste keuze te blijven, eerder dan alternatieven te overwegen. Dit heeft tot gevolg dat er vlugger een oplossing geproduceerd wordt. Ze kan dan echter een iets lagere kwaliteit dan anders hebben.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::Trace-Directory
Standaard:
Omschrijving: Indien deze waarde ingesteld werd, wordt iedere keer als er een oplossing geproduceerd wordt, een vereenvoudigde versie van de pakketstatus, die volstaat om de oplossing te reproduceren, naar het opgegeven bestand geschreven. Indien ook Aptitude::ProblemResolver::Trace-File ingesteld werd, zal diezelfde informatie ook opgeschreven worden in het traceringsbestand. Traceringsmappen zijn transparanter dan traceringsbestanden en zijn meer geschikt om bijvoorbeeld als testcases opgenomen te worden in een broncodeboom.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::Trace-File
Standaard:
Omschrijving: Indien deze waarde ingesteld werd, wordt iedere keer als er een oplossing geproduceerd wordt, een vereenvoudigde versie van de pakketstatus, die volstaat om de oplossing te reproduceren, naar het opgegeven bestand geschreven. Indien ook Aptitude::ProblemResolver::Trace-Directory ingesteld werd, zal diezelfde informatie ook opgeschreven worden in de traceringsmap. Een traceringsbestand is gewoon een gecomprimeerd archief van een traceringsmap. Het neemt minder plaats in dan een traceringsmap en is geschikt om over een network getransporteerd te worden.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::UndoFullReplacementScore
Standaard: -500
Omschrijving: Deze score wordt toegekend aan het installeren van een pakket en het verwijderen van een ander pakket dat het volledig vervangt (nl. ermee conflicteert, het vervangt of erin voorziet).
Optie: Aptitude::ProblemResolver::UnfixedSoftScore
Standaard: -200
Omschrijving: Met hoeveel het onopgelost laten van een Recommends (een aanbeveling) beloond of bestraft wordt. Dit zou normalerwijze minder moeten zijn dan RemoveScore, anders zal aptitude eerder geneigd zijn om pakketten te verwijderen dan om hun aanbevelingen onbeantwoord te laten. Zie de paragraaf met de naam “Vereisten interactief oplossen” voor details.
Optie: Aptitude::ProblemResolver::UpgradeScore
Standaard: 30
Omschrijving: Welk gewicht de probleemoplosser moet toekennen aan het opwaarderen (of degraderen) van een pakket naar zijn kandidaatversie indien dat pakket niet reeds opgewaardeerd zou worden.
Optie: Aptitude::Purge-Unused
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie true is en Aptitude::Delete-Unused is ook true, dan zullen niet-gebruikte pakketten gewist worden van het systeem, wat ook het verwijderen van hun configuratiebestanden en eventuele andere belangrijke gegevens inhoudt. Voor meer informatie over welke pakketten als niet-gebruikt beschouwd worden, zie de paragraaf met de naam “Automatisch geïnstalleerde pakketten beheren”. Deze optie kan leiden tot het verlies van gegevens! Activeer ze niet, tenzij u weet wat u doet!
Optie: Aptitude::Recommends-Important
Standaard: true
Omschrijving: Dit is een verouderde configuratieoptie die vervangen werd door APT::Install-Recommends. Bij het opstarten zal aptitude Aptitude::Recommends-Important (als het bestaat) kopiëren naar APT::Install-Recommends en vervolgens Aptitude::Recommends-Important verwijderen uit uw gebruikersconfiguratiebestand.
Optie: Aptitude::Safe-Resolver::No-New-Installs
Standaard: false
Omschrijving: De oplosser zal geen toelating hebben om pakketten te installeren die momenteel niet geïnstalleerd zijn als deze optie op true ingesteld staat en de probleemoplosser in veilige modus gestart werd via --safe-resolver of via de commandoregelactie safe-upgrade.
Optie: Aptitude::Safe-Resolver::No-New-Upgrades
Standaard: false
Omschrijving: De oplosser zal geen toelating hebben om vereisten op te lossen via het opwaarderen van pakketten als deze optie geactiveerd is en de probleemoplosser in veilige modus gestart werd via --safe-resolver of via de commandoregelactie safe-upgrade.
Optie: Aptitude::Sections::Descriptions
Standaard: Zie $prefix/share/aptitude/section-descriptions
Omschrijving: Deze optie is een groep waarvan de elementen de weergegeven beschrijving definiëren van secties wanneer men voor de pakkethiërarchie de groeperingsrichtlijn section gebruikt. Beschrijvingen worden toegewezen aan sectiebomen op basis van de laatste component van de naam: bijvoorbeeld, een element van deze groep met als naam games, zal gebruikt worden voor de beschrijvingen van de secties games, non-free/games en non-free/desktop/games. In de tekst die een sectie beschrijft, zal de tekenreeks \n vervangen worden door een regeleinde en de tekenreeks '' door een dubbel aanhalingsteken.
Optie: Aptitude::Sections::Top-Sections
Standaard: "main"; "contrib"; "non-free"; "non-US";
Omschrijving: Een configuratiegroep waarvan de elementen de namen zijn van de secties die op het basisniveau in het archief bestaan. De groeperingsrichtlijnen topdir, subdir en subdirs gebruiken deze lijst om sectievelden te interpreteren: indien het eerste element van het sectiepad van een pakket niet in deze lijst voorkomt of indien dat pad slechts uit één element bestaat, dan zal het pakket gegroepeerd worden op basis van de aanname dat het eerste element uit deze groep ook het eerste element van het sectiepad van dat pakket is. Bijvoorbeeld, indien het eerste element van Top-Sections main is, dan zal een pakket dat als sectie games/arcade heeft, behandeld worden alsof zijn sectie main/games/arcade was.
Optie: Aptitude::Simulate
Standaard: false
Omschrijving: In commandoregelmodus doet dit aptitude de acties die uitgevoerd zouden worden, enkel weergeven (eerder dan ze effectief uit te voeren). In de visuele interface doet dit aptitude in de alleen-lezen modus opstarten, ongeacht of u root bent of niet. Dit is het equivalent van de commandoregeloptie -s.
Optie: Aptitude::Spin-Interval
Standaard: 500
Omschrijving: Het aantal millisecondes tussen de verversingen van het draaiwieltje dat zichtbaar is terwijl de probleemoplosser aan het werk is.
Optie: Aptitude::Suggests-Important
Standaard: false
Omschrijving: Dit is een verouderde optie. Gebruik in de plaats daarvan APT::AutoRemove::SuggestsImportant. Deze optie instellen op true heeft hetzelfde effect als APT::AutoRemove::SuggestsImportant op true instellen.
Optie: Aptitude::Suppress-Read-Only-Warning
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie false is, zal aptitude een waarschuwing tonen bij de eerste keer dat u de toestand van pakketten tracht te wijzigen terwijl het programma in alleen-lezen modus uitgevoerd wordt.
Optie: Aptitude::Theme
Standaard:
Omschrijving: Het door aptitude te gebruiken thema. Zie de paragraaf met de naam “Thema's” voor meer informatie.
Optie: Aptitude::Track-Dselect-State
Standaard: true
Omschrijving: Indien deze optie ingesteld werd op true, zal aptitude trachten te achterhalen of met behulp van dselect of dpkg een wijziging aan de toestand van een pakket werd doorgevoerd: indien u bijvoorbeeld een pakket verwijdert met dpkg, zal aptitude niet proberen het opnieuw te installeren. Noteer dat hierbij soms fouten kunnen gemaakt worden.
Optie: Aptitude::UI::Advance-On-Action
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie op true ingesteld staat en de toestand van een pakket gewijzigd wordt (het wordt bijvoorbeeld gemarkeerd om geïnstalleerd te worden), zal aptitude de accentueringsbalk verplaatsen naar het volgende pakket uit de huidige groep.
Optie: Aptitude::UI::Auto-Show-Reasons
Standaard: true
Omschrijving: Als deze optie op true ingesteld is en er een pakket geselecteerd wordt dat defect is of andere pakketten blijkt defect te maken, zullen in het informatiegebied automatisch een aantal mogelijke redenen daarvoor getoond worden.
Optie: Aptitude::UI::Default-Grouping
Standaard: filter(missing),status,section(subdirs,passthrough),section(topdir)
Omschrijving: Stelt het standaard groeperingsbeleid in voor pakketlijsten. Zie de paragraaf met de naam “De pakkethiërarchie aanpassen” voor bijkomende informatie over groeperingsrichtlijnen.
Optie: Aptitude::UI::Default-Package-View
Standaard:
Omschrijving: Deze optie is een groep waarvan de elementen de standaardopmaak van het weergavescherm van aptitude definiëren. Zie de paragraaf met de naam “De schermopmaak aanpassen” voor meer informatie.
Optie: Aptitude::UI::Default-Preview-Grouping
Standaard: action
Omschrijving: Stelt voor voorafbeeldingen het standaard groeperingsbeleid in. Zie de paragraaf met de naam “De pakkethiërarchie aanpassen” voor bijkomende informatie over groeperingsrichtlijnen.
Optie: Aptitude::UI::Default-Sorting
Standaard: name
Omschrijving: Het standaard sorteringsbeleid voor pakketweergaven. Zie de paragraaf met de naam “Aanpassen hoe pakketten gesorteerd worden” voor meer informatie.
Optie: Aptitude::UI::Description-Visible-By-Default
Standaard: true
Omschrijving: Bij de eerste weergave van een pakketlijst zal het informatiegebied (dat gewoonlijk de uitgebreide beschrijving van het actuele pakket bevat) zichtbaar zijn als deze optie true is en onzichtbaar als ze false is.
Optie: Aptitude::UI::Exit-On-Last-Close
Standaard: true
Omschrijving: Indien deze optie true is en alle actieve weergaven gesloten worden, zal aptitude afsluiten. Anders zal aptitude pas afsluiten als u het commando ActiesAfsluiten (Q) geeft. Zie de paragraaf met de naam “Met verschillende weergaven werken” voor meer informatie.
Optie: Aptitude::UI::Fill-Text
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude beschrijvingen zo opmaken dat iedere regel exact de breedte van het scherm inneemt.
Optie: Aptitude::UI::Flat-View-As-First-View
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude bij het opstarten een vlakke weergave tonen in plaats van de standaardweergave.
Optie: Aptitude::UI::HelpBar
Standaard: true
Omschrijving: Indien deze optie true is, zal bovenaan het scherm een regel weergegeven worden met informatie over de belangrijkste toetsaanslagen.
Optie: Aptitude::UI::Incremental-Search
Standaard: true
Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude incrementele zoekacties uitvoeren: terwijl u een zoekpatroon intypt, zal het programma zoeken naar het volgende pakket dat beantwoordt aan wat u tot dan getypt heeft.
Optie: Aptitude::UI::InfoAreaTabs
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude bovenaan het informatiegebied (het gebied onderaan het scherm) tabs weergeven die de verschillende mogelijke modi omschrijven waarop dat gebied ingesteld kan worden.
Optie: Aptitude::UI::Keybindings
Standaard:
Omschrijving: Dit is een groep waarvan de elementen de relatie beschrijven tussen toetsaanslagen en commando's in aptitude. Zie voor meer informatie de paragraaf met de naam “Sneltoetsen aanpassen”.
Optie: Aptitude::UI::Menubar-Autohide
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie op true ingesteld werd, zal de menubalk onzichtbaar zijn als hij niet in gebruik is.
Optie: Aptitude::UI::Minibuf-Download-Bar
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie op true ingesteld is, zal aptitude een minder opdringerig mechanisme gebruiken voor het weergeven van de voortgang van downloads: onderaan het scherm zal een balk verschijnen die de huidige downloadstatus weergeeft. Op q drukken terwijl het downloaden bezig is, zal dat afbreken.
Optie: Aptitude::UI::Minibuf-Prompts
Standaard: false
Omschrijving: Indien deze optie true is, zullen sommige keuzemogelijkheden (zoals ja/nee-vragen en multiplechoicevragen) weergegeven worden onderaan het scherm in plaats van in dialoogvensters.
Optie: Aptitude::UI::New-Package-Commands
Standaard: true
Omschrijving: Indien deze optie op false ingesteld is, zullen commando's zoals PakketInstalleren (+) een gedrag vertonen dat hetzelfde is als in oudere versies van aptitude en dat nu in onbruik geraakt is.
Optie: Aptitude::UI::Package-Display-Format
Standaard: %c%a%M %p %Z %v %V
Omschrijving: Deze optie regelt de indelingstekenreeks die gebruikt wordt bij het weergeven van pakketten in pakketlijsten. Voor meer informatie over indelingstekenreeksen, zie de paragraaf met de naam “Aanpassen hoe pakketten weergegeven worden”.
Optie: Aptitude::UI::Package-Header-Format
Standaard: %N %n @ %H #%B %u %o
Omschrijving: Deze optie regelt de indelingstekenreeks die gebruikt wordt bij de weergave van de kopregel van pakketlijsten (nl. de regel die tussen de menubalk en de pakketlijst staat). Voor meer informatie over indelingstekenreeksen, zie de paragraaf met de naam “Aanpassen hoe pakketten weergegeven worden”.
Optie: Aptitude::UI::Package-Status-Format
Standaard: %d
Omschrijving: Deze optie regelt de indelingstekenreeks die gebruikt wordt bij de weergave van de statusregel van pakketlijsten (nl. de regel die tussen de pakketlijst en het informatiegebied staat). Voor meer informatie over indelingstekenreeksen, zie de paragraaf met de naam “Aanpassen hoe pakketten weergegeven worden”.
Optie: Aptitude::UI::Pause-After-Download
Standaard: OnlyIfError
Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude een bericht weergeven als het klaar is met het ophalen van pakketten en u vragen of u wilt voortgaan met de installatie. Indien ze op OnlyIfError ingesteld werd, zal enkel een bericht getoond worden als een download mislukte. In het andere geval, als de optie op false ingesteld staat, zal aptitude onmiddellijk naar het volgende scherm doorgaan nadat een download voltooid werd.
Optie: Aptitude::UI::Preview-Limit
Standaard:
Omschrijving: De standaardfilter die op het scherm met de voorafbeelding toegepast wordt. Zie de paragraaf met de naam “Zoekpatronen” voor details over zijn indeling.
Optie: Aptitude::UI::Prompt-On-Exit
Standaard: true
Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude een bevestiging vragen vooraleer het afgesloten wordt.
Optie: Aptitude::UI::Styles
Standaard:
Omschrijving: Dit is een configuratiegroep waarvan de inhoud bepaalt welke tekststijlen gebruikt worden door aptitude bij het weergeven van informatie. Zie voor meer informatie de paragraaf met de naam “De kleur en de vormgeving van tekst aanpassen”.
Optie: Aptitude::UI::ViewTabs
Standaard: true
Omschrijving: Indien deze optie op false ingesteld werd, zal aptitude bovenaan het scherm geen tabs weergeven met de beschrijving van de weergaven die momenteel actief zijn.
Optie: Aptitude::Warn-Not-Root
Standaard: true
Omschrijving: Indien deze optie true is, zal aptitude opmerken wanneer u over de rechten van root moet beschikken om iets te doen en u vragen of u wilt overschakelen op het account van root als u momenteel nog niet root bent. Zie de paragraaf met de naam “Systeembeheerder (root) worden” voor meer informatie.
Optie: DebTags::Vocabulary
Standaard: /usr/share/debtags/vocabulary
Omschrijving: De locatie van het bestand met het vocabularium van debtags; wordt gebruikt om de metadata over de categorisering van pakketten op te halen.
Optie: Dir::Aptitude::state
Standaard: /var/lib/aptitude
Omschrijving: De map waarin informatie over de persistente toestand van aptitude opgeslagen wordt.
Optie: Quiet
Standaard: 0
Omschrijving: Dit regelt de mate van geruisloosheid van de commandoregelmodus. Hoe hoger de waarde hoe meer voortgangsindicatoren er weggelaten worden.